Deze publicatie maakt gebruik van cookies

Als bedankje ontvang je een

Bedankt dat je lid bent!

Mee met kampioen Kelsey

Wandelen door Kwintelooijen en Plantage Willem III

Het is vroeg op een frisse herfstochtend, de kerkklok heeft nog geen acht uur geslagen. De grijze mist hangt als een deken over de velden, wanneer kampioen Kelsey Obdeijn haar wandeling door Kwintelooijen en Plantage Willem III start.

© Mapbox, © OpenStreetMap

Voor wie het niet kent: Kwintelooijen ligt tussen Rhenen en Veenendaal, pal naast Plantage Willem III. De twee gebieden lopen in elkaar over, maar hebben ieder hun eigen sfeer.  

In Kwintelooijen vind je steile hoogteverschillen die bijna on-Nederlands aanvoelen, terwijl op de Plantage de konikpaarden en Galloways vrij rondstruinen. Samen vormen ze een prachtig contrast: ruig en stil tegelijk.

Misschien is dat wel waarom dit een van mijn favoriete wandelplekken in Nederland is. 

Onverwachte ontmoeting

Als we onze auto parkeren op de parkeerplaats van Plantage Willem III, zijn we de enigen. Dat betekent rust op de wandelpaden en een goede kans om wilde dieren te spotten.

En dat lukt meteen.

De kudde konikpaarden, nog maar net ontwaakt, staat niet ver van ons vandaan. Hengsten, merries en jonge veulens vormen samen een groep tussen de bomen.

Sommigen grazen, terwijl anderen de warmte van hun soortgenoten opzoeken. 

We nemen plaats op een grote boomstronk om het tafereel stilletjes te bekijken. Vanaf hier kunnen we de paarden goed bekijken. Het allerleukste aan wandelen vind ik deze onverwachte ontmoetingen.

Kom je grote grazers tegen?

Geniet van de ontmoeting, maar blijf altijd minimaal op 25 meter afstand.

Van tabaksplantage tot natuurgebied

Zodra de koude wind langs onze benen snijdt en we de kudde paarden hebben bewonderd, wandelen we door richting Plantage Willem III. Dit natuurgebied ligt direct naast Kwintelooijen, maar ademt een heel andere sfeer.

Waar Kwintelooijen ruig en heuvelachtig is, ontvouwt zich hier een uitgestrekt, open landschap.  

Tegenwoordig vind je hier een van de grootste droge schraalgraslanden van Utrecht. Maar ooit zag het landschap er heel anders uit.

Dit is precíes waarom ik zo van de herfst houd

Hellingen vol smalle akkertjes

Het is bijna niet voor te stellen dat dit gebied eens vol stond met tabaksplanten. Toch was dat in de 19e eeuw de werkelijkheid. Honderden kleine boeren huurden hier een lap grond van de Plantage Willem III om tabak te verbouwen.

De hellingen waren toen strak verdeeld in smalle akkertjes. Vaak waren het kleine boeren of dagloners die met tabak een extra inkomen hoopten te verdienen. Tabak was namelijk een ‘cash crop’: als de oogst lukte, bracht het veel meer op dan rogge of aardappelen.

Geen wonder dus dat velen hun geluk hier beproefden. 

De omstandigheden leken gunstig. Op de zuidhellingen van de Utrechtse Heuvelrug kregen de planten veel zon en de droge zandgrond warmde snel op. Tabak groeide hier beter dan op zware klei of nat veen.

Maar makkelijk was het niet.

Als een kaartenhuis in elkaar

Het werk was arbeidsintensief. In de lente moesten de tere plantjes worden uitgeplant. In de zomer stonden boeren dagenlang met houten stokken en touw de planten te ondersteunen en te dieven. En in de herfst volgde het oogsten, drogen en fermenteren van de bladeren.

En dan moest het weer ook nog meewerken.  

Een nachtvorst in mei, een natte zomer of juist weken van droogte konden een hele oogst verpesten. En alsof dat nog niet genoeg was, lag altijd het gevaar van ziekten op de loer.  

Vooral blauwschimmel. 

Die blauwschimmel zou uiteindelijk de nekslag geven. In 1959 verspreidde de ziekte zich razendsnel door Nederland. Complete oogsten gingen verloren en de kleine tabaksboeren konden het verlies niet meer dragen.

Binnen enkele jaren was de tabaksteelt verdwenen, ook hier rond Rhenen en Veenendaal.

Wat ooit een bron van hoop en inkomsten was, stortte in als een kaartenhuis. 

Grote handelsschuren

Naast de kleine akkers en droog- en woonschuren van de boeren (waar ze soms met een heel gezin, het vee én de tabaksvoorraad in woonden) stonden er ook grotere exemplaren. Gebouwd door rijke handelaren en eigenaren van landgoederen.

Die waren steviger, hoger en breder dan de bescheiden veldschuurtjes van de boeren. Met solide houten balken, hoge daken en ventilatieopeningen zodat de tabaksbladeren goed konden drogen. Binnen waren rekken en bakken ingericht om de bladeren zorgvuldig te laten hangen.  

Een wereld van verschil vergeleken met de improvisatie op de kleine boerengrondjes.

Sommige van de grotere handelsschuren bestaan nog, zoals het bezoekerscentrum in Amerongen.  

Als je er nu langs wandelt, zie je nog de robuuste balken, de hoge deuren en de brede daken die ooit nodig waren om grote hoeveelheden tabak in te brengen.

Daar heb je ineens een fantastisch uitzicht

Natuurtrap met grazers

Niet alleen de rijke geschiedenis van dit gebied, maar ook de hoogtemeters maken Kwintelooijen wat mij betreft extra leuk om te wandelen. Het schudt je benen wakker (en maakt ze warm op deze koude dag). Én vanaf boven kun je ineens het hele gebied overzien.  

Vijftig meter hoog, 169 treden door de heide, en daar heb je een fantastisch uitzicht: de heuvels, de konikpaarden, de bossen die zich uitspreiden over de flanken.  

Je kijkt er letterlijk anders tegenaan.  

Voor mij is dat altijd het fijne van dit soort klimmetjes: de fysieke uitdaging wordt beloond met een uitzicht dat de wandeling meteen een stuk rijker maakt.

Om de heide aan beide zijden gezond te houden, lopen hier wilde koeien. Echt waar – óp de trap.

Op deze frisse ochtend vinden ze echter een andere manier om zich warm te houden. Vandaag grazen ze niet rond de trap. 

Kwintelooijen op haar mooist

Elk seizoen heeft hier zijn eigen charme, maar in de herfst toont Kwintelooijen zich wat mij betreft op haar mooist. De velden en bomen stralen een gouden gloed uit. De bladeren vormen een tapijt van warme kleuren.

Dit is precies waarom ik zo van de herfst houd.

Maar toegegeven: na onze flinke wandeling stap ik met plezier weer in de warme auto.

  • Trage Tocht Kwintelooijen. Voor de geoefende wandelaar een aanrader. 14 km over de Kwintelooijen, de natuurbrug, Plantage Willem III en door de heuvelachtige bossen. 

Ook wandelen door Kwintelooijen & Plantage Willem III? Dit zijn mijn tips:

Kelsey Obdeijn
Hiker

Bij Kelsey stroomt het hiken door haar aderen. Te voet gaat zij op zoek naar de mooiste plekken in Nederland. Plekken met een verhaal, geschiedenis en het liefst bewoond door bijzondere dieren. 

Zo ontdekte Kelsey al wandelend het meest romantische verhaal van de Veluwe én het bijzondere verhaal achter de Stille Kern.

Voel de herfst
onder je voeten

Naar rust en inspiratie.

Hike met kampioen Tim Knol

Als bedankje ontvang je een

Bedankt dat je lid bent!

Mee met kampioen Kelsey

Wandelen door Kwintelooijen en Plantage Willem III

Het is vroeg op een frisse herfstochtend, de kerkklok heeft nog geen acht uur geslagen. De grijze mist hangt als een deken over de velden, wanneer kampioen Kelsey Obdeijn haar wandeling door Kwintelooijen en Plantage Willem III start.

Kwintelooijen op haar mooist

Elk seizoen heeft hier zijn eigen charme, maar in de herfst toont Kwintelooijen zich wat mij betreft op haar mooist. De velden en bomen stralen een gouden gloed uit. De bladeren vormen een tapijt van warme kleuren.

Dit is precies waarom ik zo van de herfst houd.

Maar toegegeven: na onze flinke wandeling stap ik met plezier weer in de warme auto.

Natuurtrap met grazers

Niet alleen de rijke geschiedenis van dit gebied, maar ook de hoogtemeters maken Kwintelooijen wat mij betreft extra leuk om te wandelen. Het schudt je benen wakker (en maakt ze warm op deze koude dag). Én vanaf boven kun je ineens het hele gebied overzien.  

Vijftig meter hoog, 169 treden door de heide, en daar heb je een fantastisch uitzicht: de heuvels, de konikpaarden, de bossen die zich uitspreiden over de flanken.  

Je kijkt er letterlijk anders tegenaan.  

Voor mij is dat altijd het fijne van dit soort klimmetjes: de fysieke uitdaging wordt beloond met een uitzicht dat de wandeling meteen een stuk rijker maakt.

Om de heide aan beide zijden gezond te houden, lopen hier wilde koeien. Echt waar – óp de trap.

Op deze frisse ochtend vinden ze echter een andere manier om zich warm te houden. Vandaag grazen ze niet rond de trap. 

Daar heb je ineens een fantastisch uitzicht

Grote handelsschuren

Die waren steviger, hoger en breder dan de bescheiden veldschuurtjes van de boeren. Met solide houten balken, hoge daken en ventilatieopeningen zodat de tabaksbladeren goed konden drogen. Binnen waren rekken en bakken ingericht om de bladeren zorgvuldig te laten hangen.  

Een wereld van verschil vergeleken met de improvisatie op de kleine boerengrondjes.

Sommige van de grotere handelsschuren bestaan nog, zoals het bezoekerscentrum in Amerongen.  

Als je er nu langs wandelt, zie je nog de robuuste balken, de hoge deuren en de brede daken die ooit nodig waren om grote hoeveelheden tabak in te brengen.

Naast de kleine akkers en droog- en woonschuren van de boeren (waar ze soms met een heel gezin, het vee én de tabaksvoorraad in woonden) stonden er ook grotere exemplaren. Gebouwd door rijke handelaren en eigenaren van landgoederen.

Als een kaartenhuis in elkaar

Het werk was arbeidsintensief. In de lente moesten de tere plantjes worden uitgeplant. In de zomer stonden boeren dagenlang met houten stokken en touw de planten te ondersteunen en te dieven. En in de herfst volgde het oogsten, drogen en fermenteren van de bladeren.

En dan moest het weer ook nog meewerken.  

Een nachtvorst in mei, een natte zomer of juist weken van droogte konden een hele oogst verpesten. En alsof dat nog niet genoeg was, lag altijd het gevaar van ziekten op de loer.  

Vooral blauwschimmel. 

Die blauwschimmel zou uiteindelijk de nekslag geven. In 1959 verspreidde de ziekte zich razendsnel door Nederland. Complete oogsten gingen verloren en de kleine tabaksboeren konden het verlies niet meer dragen.

Binnen enkele jaren was de tabaksteelt verdwenen, ook hier rond Rhenen en Veenendaal.

Wat ooit een bron van hoop en inkomsten was, stortte in als een kaartenhuis. 

Hellingen vol smalle akkertjes

Het is bijna niet voor te stellen dat dit gebied eens vol stond met tabaksplanten. Toch was dat in de 19e eeuw de werkelijkheid. Honderden kleine boeren huurden hier een lap grond van de Plantage Willem III om tabak te verbouwen.

De hellingen waren toen strak verdeeld in smalle akkertjes. Vaak waren het kleine boeren of dagloners die met tabak een extra inkomen hoopten te verdienen. Tabak was namelijk een ‘cash crop’: als de oogst lukte, bracht het veel meer op dan rogge of aardappelen.

Geen wonder dus dat velen hun geluk hier beproefden. 

De omstandigheden leken gunstig. Op de zuidhellingen van de Utrechtse Heuvelrug kregen de planten veel zon en de droge zandgrond warmde snel op. Tabak groeide hier beter dan op zware klei of nat veen.

Maar makkelijk was het niet.

Dit is precíes waarom ik zo van de herfst houd

Van tabaksplantage tot natuurgebied

Zodra de koude wind langs onze benen snijdt en we de kudde paarden hebben bewonderd, wandelen we door richting Plantage Willem III. Dit natuurgebied ligt direct naast Kwintelooijen, maar ademt een heel andere sfeer.

Waar Kwintelooijen ruig en heuvelachtig is, ontvouwt zich hier een uitgestrekt, open landschap.  

Tegenwoordig vind je hier een van de grootste droge schraalgraslanden van Utrecht. Maar ooit zag het landschap er heel anders uit.

Kom je grote grazers tegen?

Geniet van de ontmoeting, maar blijf altijd minimaal op 25 meter afstand.

Onverwachte ontmoeting

Als we onze auto parkeren op de parkeerplaats van Plantage Willem III, zijn we de enigen. Dat betekent rust op de wandelpaden en een goede kans om wilde dieren te spotten.

En dat lukt meteen.

De kudde konikpaarden, nog maar net ontwaakt, staat niet ver van ons vandaan. Hengsten, merries en jonge veulens vormen samen een groep tussen de bomen.

Sommigen grazen, terwijl anderen de warmte van hun soortgenoten opzoeken. 

We nemen plaats op een grote boomstronk om het tafereel stilletjes te bekijken. Vanaf hier kunnen we de paarden goed bekijken. Het allerleukste aan wandelen vind ik deze onverwachte ontmoetingen.

Voor wie het niet kent: Kwintelooijen ligt tussen Rhenen en Veenendaal, pal naast Plantage Willem III. De twee gebieden lopen in elkaar over, maar hebben ieder hun eigen sfeer.  

In Kwintelooijen vind je steile hoogteverschillen die bijna on-Nederlands aanvoelen, terwijl op de Plantage de konikpaarden en Galloways vrij rondstruinen. Samen vormen ze een prachtig contrast: ruig en stil tegelijk.

Misschien is dat wel waarom dit een van mijn favoriete wandelplekken in Nederland is. 

  • Trage Tocht Kwintelooijen. Voor de geoefende wandelaar een aanrader. 14 km over de Kwintelooijen, de natuurbrug, Plantage Willem III en door de heuvelachtige bossen. 

Ook wandelen door Kwintelooijen & Plantage Willem III? Dit zijn mijn tips:

Kelsey Obdeijn
Hiker

Bij Kelsey stroomt het hiken door haar aderen. Te voet gaat zij op zoek naar de mooiste plekken in Nederland. Plekken met een verhaal, geschiedenis en het liefst bewoond door bijzondere dieren. 

Zo ontdekte Kelsey al wandelend het meest romantische verhaal van de Veluwe én het bijzondere verhaal achter de Stille Kern.

Voel de herfst
onder je voeten

Naar rust en inspiratie.

Hike met kampioen Tim Knol

Kampioen digitaal

ANWB Kampioen helpt jou en Nederland sinds 1885 zorgeloos en met plezier op weg. Geniet van de mooiste reizen, beste verhalen en handigste tips. Waar en wanneer jij dat wilt. En profiteer van unieke leden-aanbiedingen en scherpe seizoensdeals.
Volledig scherm