Deze publicatie maakt gebruik van cookies

WAT VIND JIJ?

BIJNA

SOMS

NIET

Busje komt

Dorpelingen worden steeds afhankelijker van de auto. Want bibliotheken en scholen verdwijnen en busverbindingen verschralen. Is dat erg en wat is er aan te doen? 

25%

50%

75%

IN DIT ARTIKEL:

In landelijke gebieden is 64% steeds afhankelijker van de auto.

Er zijn huishoudens die zich nauwelijks een auto kunnen veroorloven, maar er toch een hebben.

ANWB: ‘De auto zal voorlopig wel op nummer één blijven bij wie zelf kan rijden en geen alternatieven heeft.’

EEN EIGEN AUTO BEZITTEN, dat is in stedelijke gebieden geen pure noodzaak meer. Daar is fijnmazig openbaar vervoer. Daar zijn snelfietsroutes en elektrische deelscooters. Boodschappen worden aan huis bezorgd. Maar op het platteland is de situatie compleet anders. Een auto is daar voor velen noodzaak. Want bibliotheken, scholen en banken verdwijnen en busverbindingen verschralen.

In de meest stedelijke gebieden van Nederland zegt 36 procent van de mensen steeds afhankelijker te zijn van de auto, terwijl dit aandeel in de meest landelijke gebieden met 64 procent bijna twee keer zo groot is. In Staphorst is het autobezit het hoogst volgens het CBS over 2020, met gemiddeld 1,5 auto per huishouden. In Amsterdam is het autobezit het allerlaagst in Nederland met 0,4 auto per huishouden. Zo lijkt Nederland een tweedeling rijker.

Na de Tweede Wereldoorlog, tijdens de wederopbouw van Nederland, werd de auto met open armen ontvangen. Steden werden zo ingericht dat er ruim baan was voor de auto, met brede boulevards en grote parkeerplekken. Daar komen we nu van terug. Steeds meer steden hebben plannen voor een autoluwe binnenstad, met meer ruimte voor de fiets én groen.

Mooie plannen voor de stad, maar voor de tien miljoen Nederlanders die buiten stedelijke gebieden wonen, blijft de auto het belangrijkste vervoersmiddel. Drie plattelandskenners vertellen over de betekenis van de auto voor de dorpelingen: Alle Postmus (Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe), Ton Ory (Vereniging Kleine Kernen Limburg) en Janique Huijbregts, regiomanager Zuid bij de ANWB.

STEEDS MINDER VOORZIENINGEN IN ONZE DORPEN

MEER AUTO'S Postmus ziet in Drenthe vaak twee auto’s op de oprit staan en soms zelfs drie. ‘Die derde auto is van jongeren die nog bij hun ouders wonen’, zegt hij. ‘Dat heeft weer te maken met de woningmarkt. Ze studeren of werken elders.’ Postmus werkt er bij de Brede Overleggroep Kleine Dorpen. ‘De auto is op het platteland het meest zekere vervoersmiddel. Hier ontstaat pas een debat over autobezit als er een vorm van kilometerheffing wordt ingevoerd, denk ik.’

Door de afhankelijkheid van de auto zijn er huishoudens die zich nauwelijks een auto kunnen veroorloven, maar er toch een hebben. Zij bezuinigen op andere huishoudposten om de auto te bekostigen. Volgens het KiM (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid) gaat dit gedwongen autobezit op voor 5 à 6 procent van de Nederlanders met een auto. Omdat de kosten voor busritten volgens het KiM nog harder stegen dan de autokosten, is de auto de enige keuze om maatschappelijk actief te blijven. ‘Alternatieven ontbreken in dorpen of werken niet’, zegt Janique Huijbregts. ‘In Zeeuws-Vlaanderen, waar voorzieningen minder goed bereikbaar zijn, komen mensen zonder auto in de problemen, zoals jongeren, senioren en mensen met lage inkomens. Onderschat niet welke rol de auto speelt in het dagelijks leven van mensen’, zegt ze. Ton Ory van de Vereniging Kleine Kernen Limburg kent de dagelijkse praktijk in De Peel. ‘De thuisbezorging komt niet bij je aan de deur in the middle of nowhere. De auto is een eerste levensbehoefte in De Peel. Ga je er wonen, dan regel je je eigen vervoer.’

LOKALE INITIATIEVEN Ory stond aan de wieg van de Wensbus, een lokale vervoersdienst gerund door vrijwilligers. Die ontstond in 2013 uit ergernis. ‘Vijftig Limburgse kernen bleken zonder openbaar vervoer te komen’, legt hij uit. Het leidde tot zes dorpsinitiatieven voor lokaal maatwerkvervoer. Inmiddels rijden er twintig Limburgse Wensbussen. ‘Naast scholieren en forensen is 75 procent van de passagiers 65-plus. Ze zouden zonder de Wensbus thuisblijven. Zelfs als hun kinderen nog in het dorp wonen, hebben die vaak een te drukke baan om hen naar het ziekenhuis te brengen.’ De Wensbus houdt voorzieningen bereikbaar. 

STANDPUNT ANWB

De ANWB vindt dat autorijden betaalbaar moet blijven, ook als in 2050 elektrisch rijden de norm is en er waarschijnlijk per autokilometer betaald moet worden. Dat staat in de ANWB-visie op mobiliteit. Janique Huijbregts, regiomanager Zuid bij de ANWB: ‘Natuurlijk denkt de ANWB graag mee over alternatieve mobiliteitsconcepten. ANWB AutoMaatje, waarbij een vrijwilliger een rit aanbiedt aan een buurtgenoot doet het erg goed. Maar de auto zal voorlopig wel op nummer één blijven bij wie zelf kan rijden en geen alternatieven heeft.’

TOEKOMST Het gros van de plattelandsbewoners blijft de auto trouw. Vrijwilligers en goed nabuurschap zorgen dat minder mobiele mensen ergens kunnen komen: juist vaak met de auto. De rest rijdt zonder veel nadenken auto. ‘Als er steeds minder bussen rijden, jaag je mensen wel de auto in’, meent Postmus.

Ook Peter Soonius van stichting Natuur & Milieu snapt dat de auto een belangrijke rol blijft spelen in kleine kernen. ‘Op het échte platteland, ver van treinstations, vind ik het logisch dat mensen een auto bezitten.’

Soonius vindt wel dat het aanbod van elektrische deelauto’s en buurtbussen beter moeten worden op het platteland om een alternatief te zijn voor autobezit. Verstokte autorijders raken anders nooit overtuigd van alternatieven. ‘Automobilisten zijn gewoontedieren; de angst voor verandering is hardnekkig. Het helpt niet als je misgrijpt bij die ene dorpsdeelauto. Het schiet niet op als ’s avonds de buurtbus niet rijdt. Je wil er beschikbaarheid van vervoer.’

WAT VIND JIJ? Wie moet ervoor zorgen dat dorpelingen zonder auto of rijbewijs mobiel blijven?    

Tekst: Quirijn Visscher Fotografie: ANP Illustraties: Kay Coenen

Volgend artikel

Parasol en strandstoel mee, zwembroek en hoedje ook niet vergeten en een heerlijke dag aan zee kan beginnen!

WAT VIND JIJ?

BIJNA

SOMS

NIET

Dorpelingen worden steeds afhankelijker van de auto. Want bibliotheken en scholen verdwijnen en busverbindingen verschralen. Is dat erg en wat is er aan te doen? 

Busje komt

IN DIT ARTIKEL:

In landelijke gebieden is 64% steeds afhankelijker van de auto.

Er zijn huishoudens die zich nauwelijks een auto kunnen veroorloven, maar er toch een hebben.

ANWB: ‘De auto zal voorlopig wel op nummer één blijven bij wie zelf kan rijden en geen alternatieven heeft.’

EEN EIGEN AUTO BEZITTEN, dat is in stedelijke gebieden geen pure noodzaak meer. Daar is fijnmazig openbaar vervoer. Daar zijn snelfietsroutes en elektrische deelscooters. Boodschappen worden aan huis bezorgd. Maar op het platteland is de situatie compleet anders. Een auto is daar voor velen noodzaak. Want bibliotheken, scholen en banken verdwijnen en busverbindingen verschralen.

In de meest stedelijke gebieden van Nederland zegt 36 procent van de mensen steeds afhankelijker te zijn van de auto, terwijl dit aandeel in de meest landelijke gebieden met 64 procent bijna twee keer zo groot is. In Staphorst is het autobezit het hoogst volgens het CBS over 2020, met gemiddeld 1,5 auto per huishouden. In Amsterdam is het autobezit het allerlaagst in Nederland met 0,4 auto per huishouden. Zo lijkt Nederland een tweedeling rijker.

Na de Tweede Wereldoorlog, tijdens de wederopbouw van Nederland, werd de auto met open armen ontvangen. Steden werden zo ingericht dat er ruim baan was voor de auto, met brede boulevards en grote parkeerplekken. Daar komen we nu van terug. Steeds meer steden hebben plannen voor een autoluwe binnenstad, met meer ruimte voor de fiets én groen.

Mooie plannen voor de stad, maar voor de tien miljoen Nederlanders die buiten stedelijke gebieden wonen, blijft de auto het belangrijkste vervoersmiddel. Drie plattelandskenners vertellen over de betekenis van de auto voor de dorpelingen: Alle Postmus (Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe), Ton Ory (Vereniging Kleine Kernen Limburg) en Janique Huijbregts, regiomanager Zuid bij de ANWB.

STEEDS MINDER VOORZIENINGEN IN ONZE DORPEN

MEER AUTO'S Postmus ziet in Drenthe vaak twee auto’s op de oprit staan en soms zelfs drie. ‘Die derde auto is van jongeren die nog bij hun ouders wonen’, zegt hij. ‘Dat heeft weer te maken met de woningmarkt. Ze studeren of werken elders.’ Postmus werkt er bij de Brede Overleggroep Kleine Dorpen. ‘De auto is op het platteland het meest zekere vervoersmiddel. Hier ontstaat pas een debat over autobezit als er een vorm van kilometerheffing wordt ingevoerd, denk ik.’

Door de afhankelijkheid van de auto zijn er huishoudens die zich nauwelijks een auto kunnen veroorloven, maar er toch een hebben. Zij bezuinigen op andere huishoudposten om de auto te bekostigen. Volgens het KiM (Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid) gaat dit gedwongen autobezit op voor 5 à 6 procent van de Nederlanders met een auto. Omdat de kosten voor busritten volgens het KiM nog harder stegen dan de autokosten, is de auto de enige keuze om maatschappelijk actief te blijven. ‘Alternatieven ontbreken in dorpen of werken niet’, zegt Janique Huijbregts. ‘In Zeeuws-Vlaanderen, waar voorzieningen minder goed bereikbaar zijn, komen mensen zonder auto in de problemen, zoals jongeren, senioren en mensen met lage inkomens. Onderschat niet welke rol de auto speelt in het dagelijks leven van mensen’, zegt ze. Ton Ory van de Vereniging Kleine Kernen Limburg kent de dagelijkse praktijk in De Peel. ‘De thuisbezorging komt niet bij je aan de deur in the middle of nowhere. De auto is een eerste levensbehoefte in De Peel. Ga je er wonen, dan regel je je eigen vervoer.’

LOKALE INITIATIEVEN Ory stond aan de wieg van de Wensbus, een lokale vervoersdienst gerund door vrijwilligers. Die ontstond in 2013 uit ergernis. ‘Vijftig Limburgse kernen bleken zonder openbaar vervoer te komen’, legt hij uit. Het leidde tot zes dorpsinitiatieven voor lokaal maatwerkvervoer. Inmiddels rijden er twintig Limburgse Wensbussen. ‘Naast scholieren en forensen is 75 procent van de passagiers 65-plus. Ze zouden zonder de Wensbus thuisblijven. Zelfs als hun kinderen nog in het dorp wonen, hebben die vaak een te drukke baan om hen naar het ziekenhuis te brengen.’ De Wensbus houdt voorzieningen bereikbaar. 

STANDPUNT ANWB

TOEKOMST Het gros van de plattelandsbewoners blijft de auto trouw. Vrijwilligers en goed nabuurschap zorgen dat minder mobiele mensen ergens kunnen komen: juist vaak met de auto. De rest rijdt zonder veel nadenken auto. ‘Als er steeds minder bussen rijden, jaag je mensen wel de auto in’, meent Postmus.

Ook Peter Soonius van stichting Natuur & Milieu snapt dat de auto een belangrijke rol blijft spelen in kleine kernen. ‘Op het échte platteland, ver van treinstations, vind ik het logisch dat mensen een auto bezitten.’

Soonius vindt wel dat het aanbod van elektrische deelauto’s en buurtbussen beter moeten worden op het platteland om een alternatief te zijn voor autobezit. Verstokte autorijders raken anders nooit overtuigd van alternatieven. ‘Automobilisten zijn gewoontedieren; de angst voor verandering is hardnekkig. Het helpt niet als je misgrijpt bij die ene dorpsdeelauto. Het schiet niet op als ’s avonds de buurtbus niet rijdt. Je wil er beschikbaarheid van vervoer.’

Tekst: Quirijn Visscher Fotografie: ANP Illustraties: Kay Coenen

Volgend artikel

Parasol en strandstoel mee, zwembroek en hoedje ook niet vergeten en een heerlijke dag aan zee kan beginnen!

Kampioen digitaal

ANWB Kampioen helpt jou en Nederland sinds 1885 zorgeloos en met plezier op weg. Geniet van de mooiste reizen, beste verhalen en handigste tips. Waar en wanneer jij dat wilt. En profiteer van unieke leden-aanbiedingen en scherpe seizoensdeals.
Volledig scherm