250 woorden: ANWB: ‘In Nederland hebben we van oudsher een fietscultuur. Keerzijde daarvan is dat we fietsen zó normaal vinden dat we gevaarlijke situaties onderschatten. Dan wordt het ook nog eens steeds drukker op de wegen en de fietspaden. Zichtbaarheid is daarom belangrijker dan ooit. Toch vinden veel mensen zo’n fietslampsetje van een paar euro vaak al genoeg. Die lampjes geven echter zo weinig licht dat je een tak op de weg of gat in het wegdek niet zal spotten op een slecht verlichte weg. En nog belangrijker: zelf word je ook amper gezien.’  

Zerdoun-Dekker vermoedt dat veel jonge fietsers vooral fietslampjes kopen om een boete te voorkomen. ‘Dát is natuurlijk niet de reden om je lichten aan te doen. Daar ligt ook een belangrijke taak voor de ouders. Leg jongere kinderen uit waarom goede fietsverlichting belangrijk is. Let erop wanneer je een fiets koopt en controleer de verlichting zelf ook regelmatig. Blijf er aandacht aan besteden. Gaat de verlichting kapot? Koop dan een goede set lampen, in plaats van die goedkope lichtjes.’

FLUTLAMPJES 
Fietskoerier Inge Poelmans kan erover meepraten. ‘Zo nu en dan’ kocht ze voor een euro of twee ‘van die flutlampjes. Lekker goedkoop en afdoende. Ik stond er eigenlijk niet bij stil’. Tot die druilerige februariochtend. Op een rotonde in Den Bosch ging het helemaal fout. ‘Een andere fietser reed voor me. Die had veel betere verlichting dan ik en werd wél gezien door die automobilist en kreeg voorrang. De automobilist had mij niet gezien.’ Poelmans vloog over de motorkap. Haar gezicht was flink geha-vend 

‘ALGEMEEN GELDT: HOE HOGER DE LUMEN- OF
LUX-WAARDE, HOE FELLER
DE LAMP’