Deze publicatie maakt gebruik van cookies

Yin en yang
in Vissershang

Nederland

Topbestemming

Kanotocht
door de Biesbosch

Door Bert Gorissen
Content creator ANWB Kamperen & Kampioen

Dus jij wilt op avontuur in Nederland en vraagt je af wat je daarvoor nodig hebt? Een kano, een tentje, eten en drinken en goed gezelschap. We peddelen drie dagen dwars door Nationaal Park De Biesbosch en verruilen dagelijkse files voor kampvuur en kronkelkreken.

‘OEFÈ IZZE NOH?’

Maartens woorden verwaaien in de wind. We peddelen er vol tegenin op het Gat van Honderd en Dertig, een van die ronkende namen van wateren in de Biesbosch.  

 

‘WAAAT?’ schreeuw ik terug, deinend op de golven.  

 

‘HOE…VER…IS…HET…NOG?’ herhaalt hij.  

 

‘Zie je dat dak daar in de verte?’, roep ik, ‘dat is de Biesboschhoeve, dáár moeten we naartoe.’  

 

Dat dak is nog ver, maar we peddelen gestaag door. Dat doen we al sinds vanochtend, toen we onze oude vouwkano in de regen te water lieten bij de kanosteiger in jachthaven Vissershang. Maar een beetje wind en regen heeft ook voordelen: er zijn nauwelijks andere boten op het water vandaag, we hebben het rijk bijna alleen.

Kronkelkreken

En wat voor een rijk. Stonden we vanochtend vroeg nog in de file op de A13, nu varen we door een groene oase van riet en rust. De regen droop af in de loop van de ochtend, bijna schielijk, alsof hij zich ervoor geneerde ons feestje te verpesten.

Vanuit Vissershang ging het door het Gat van de Plomp, het Gat van de Zuiderklip, Keesjes Killeke en het Gat van Vloeien.  

Spreek die zin hardop uit op een feestje en ze hangen aan je lippen.  

Het water nu eens breed, dan weer heel smal – met nét genoeg ruimte voor de peddels. In die smalle, dichtbegroeide kronkelkreken waan je je in een verre jungle. Je verwacht elk moment een aap, slingerend boven je hoofd.

Eiland, zei je?

Ja, je kunt hier alleen komen per kano of boot

Kamperen op een eiland

Die wind mag ons dan een beetje plagen: twee taaie oudere jongeren houdt hij niet tegen.

Boer Jan haalt juist zijn koeien binnen als we op zijn minicamping de Biesboschhoeve aankomen. De zwartwit geklede dames sjokken loom de stal in voor hun melkbeurt.  

‘Kies maar een mooi kampeerplekje uit,’ zegt Jan, ‘als je iets nodig hebt hoor ik het wel.’  

Mooie plekken zat hier op de Vischplaat, het eiland waarop de hoeve ligt. Eiland, zei je? Ja, je kunt hier alleen komen per kano of boot. Mag je ook nog een vuurtje stoken bij je tent en word je ’s ochtends wakker van het geloei van de koeien terwijl even verderop mensen hun neus leegpeuteren in de dagelijkse file.

Waterdoolhof

Nee, want het weer is ondertussen prachtig en elk gat en iedere kreek is bijna even mooi. Dolend in dat waterdoolhof van riet begrijpen we waarom de Biesbosch in de Tweede Wereldoorlog een goede smokkel- en verstopplek was voor verzetsmensen en onderduikers. Als je hier de weg niet heel goed kent verdwaal je geheid.

Files hebben wij niet op het water. Maar de verkeerde afslag nemen we geregeld. Routebordjes zijn in de Biesbosch dun gezaaid, dus varen we soms verkeerd en geven dan de waterkaart de schuld.  

 

Of het erg is, af en toe omvaren?

In die tijd stond het gebied ook nog in open verbinding met de zee, waardoor er een flink getijverschil bestond. Dat is sinds de aanleg van de Haringvlietsluizen in 1970 passé; tegenwoordig is de Biesbosch een zoetwatergebied met een beperkt getijverschil van zo’n 30 centimeter. 

 

In de kano merk je daar maar weinig van.

Kano op z’n kant tegen de wind, koken op de spiritusbrander, olielamp aan, ouwehoeren 

Luchtzeilen

Over onderduikers gesproken: de fuut lijkt de meest voorkomende vogelsoort op onze route. Elke keer weer grappig om die nieuwsgierige duikelaars te zien onderplonzen als we te dichtbij komen.  

 

Er fladdert hier ook genoeg ander gevederds in het weelderige groen. We zien of horen reigers, lepelaars, meerkoeten, visdieven, meeuwen, groenlingen, putters, kraaien, zwanen, eenden, ganzen, rietgorzen, Cetti’s zangers. En zelfs de machtige visarend komt luchtzeilend kijken wie daar zijn territorium binnendringt.

Koekoek

Fikkie stoken mag niet, maar we zitten eerste rang voor een zonsondergang als een gloeiend haardvuur. Kano op z’n kant tegen de wind, koken op de spiritusbrander, olielamp aan, ouwehoeren. Je zou het iedereen gunnen.

En is het mijn verbeelding of probeert de koekoek ons al de hele dag de goede weg te wijzen?  

 

We horen hem steeds roepen vanuit noordelijke richting, de kant die wij op moeten om bij minicamping De Witboom in polder De Noordwaard te komen. Na een tocht van zo’n 15 kilometer leggen we aan op het strandje van de camping – dank je (de) koekoek!  

 

Ook hier gaat het er gemoedelijk aan toe: beheerder Sjaak klimt van zijn tractor, schudt ons de hand en wijst in de richting van het water. 

 

‘Zet je tentje daar maar ergens op.’

Totaal diagonaal

Dat is verleden tijd, net als de grootschalige rietoogst die hier vroeger plaatsvond. Wat blijft is een magistraal recreatiegebied, uniek in Nederland.  

 

De oude kano gidst ons op het gemak verder door het nationale park, alsof hij nog lang niet naar huis wil. Over de Bevert, het Ruigt, het Nauw van Paulus en het Middelste Gat van het Zand glijdt hij, tot aan de steiger waar we drie dagen geleden ons avontuur begonnen. 

 

Cirkeltje rond, we voelen ons helemaal yin en yang in Vissershang.

De derde dag moeten we op de kaart diagonaal van het noordwesten naar het zuidoosten, terug naar onze startplaats bij Vissershang.  

 

In de polder Oude Dooijemanswaard vallen de vele wilgenbomen aan de oever ons op. Overblijfselen van wat ooit grienden waren; door mensen aangelegde wilgenbossen waarvan het hout verkocht werd. Om hoepels voor tonnen van te maken bijvoorbeeld, gevlochten manden of vlechtwerk voor beschoeiingen.

  • Voor deze driedaagse kanotocht van zo’n 45 kilometer gebruiken wij het boek ‘Kanoparadijs Nederland’ (meerdaagse kanotocht nr. 52). Het geeft een routebeschrijving en gps-coördinaten.

  • Wij beginnen en eindigen (met eigen kano) bij de openbare kanosteiger tegenover de parkeerplaats van jachthaven Vissershang. (Onbewaakt) parkeren is gratis. Een kano of kajak kun je huren bij Docks Vissershang.

  • De hele tocht is zelfvoorzienend: er is onderweg nergens iets te koop, je kunt (behalve op de campings) geen water tappen. Neem dus voldoende eten (voor drie dagen) en drinken mee.

  • De tocht is te doen voor iedereen met een goede basisconditie. Rustpunten zijn er weinig op de route; bereid je voor op flink wat uren in de kano, zonder dat je even de benen kunt strekken. De wind kan je soms parten spelen, vooral op de brede gaten. Spannend wordt het niet, het duurt alleen langer om bij je einddoel voor de dag te komen.

  • Wij varen hier op drie doordeweekse dagen, medio juni. Het water is zo goed als verlaten. Maar in de weekends en vakanties kan het op de brede stukken erg druk zijn met boten en bootjes. De beleving is dan echt anders. 

Dat wil jij ook!

Fotografie: Maarten Stolp

Door Bert Gorissen
Content creator ANWB Kamperen & Kampioen

Als content creator schrijft Bert Gorissen over allerlei onderwerpen op het gebied van vakantie en recreatie. Zelf recreëert hij het liefst in een kano, omdat je wat hem betreft nergens beter ontspant dan op het water: 

‘Zodra ik de eerste peddelslagen maak daalt de rust over me neer. Varen in een kano voelt als zweven, het is net alsof je weer gewiegd wordt. Heerlijk. De drukte en het lawaai van boven het maaiveld maken plaats voor ruisend riet en zingende vogels. Een vis komt even kijken, een zwaan zwemt een stukkie mee. En op een mooi zonnig plekje neem je alle tijd voor koffie uit de thermosfles.’

Avontuurlijk type?

Wildkamperen in Nederland

Ga ook mee

Wildkamperen & kanoën in Zweden

Kanotocht
door de Biesbosch

Nederland

Topbestemming

Dus jij wilt op avontuur in Nederland en vraagt je af wat je daarvoor nodig hebt? Een kano, een tentje, eten en drinken en goed gezelschap. We peddelen drie dagen dwars door Nationaal Park De Biesbosch en verruilen dagelijkse files voor kampvuur en kronkelkreken.

Door Bert Gorissen
Content creator ANWB Kamperen & Kampioen

Maartens woorden verwaaien in de wind. We peddelen er vol tegenin op het Gat van Honderd en Dertig, een van die ronkende namen van wateren in de Biesbosch.  

 

‘WAAAT?’ schreeuw ik terug, deinend op de golven.  

 

‘HOE…VER…IS…HET…NOG?’ herhaalt hij.  

 

‘Zie je dat dak daar in de verte?’, roep ik, ‘dat is de Biesboschhoeve, dáár moeten we naartoe.’  

 

Dat dak is nog ver, maar we peddelen gestaag door. Dat doen we al sinds vanochtend, toen we onze oude vouwkano in de regen te water lieten bij de kanosteiger in jachthaven Vissershang. Maar een beetje wind en regen heeft ook voordelen: er zijn nauwelijks andere boten op het water vandaag, we hebben het rijk bijna alleen.

‘OEFÈ IZZE NOH?’

Eiland, zei je?

Ja, je kunt hier alleen komen per kano of boot

En wat voor een rijk. Stonden we vanochtend vroeg nog in de file op de A13, nu varen we door een groene oase van riet en rust. De regen droop af in de loop van de ochtend, bijna schielijk, alsof hij zich ervoor geneerde ons feestje te verpesten.

Vanuit Vissershang ging het door het Gat van de Plomp, het Gat van de Zuiderklip, Keesjes Killeke en het Gat van Vloeien.  

Spreek die zin hardop uit op een feestje en ze hangen aan je lippen.  

Het water nu eens breed, dan weer heel smal – met nét genoeg ruimte voor de peddels. In die smalle, dichtbegroeide kronkelkreken waan je je in een verre jungle. Je verwacht elk moment een aap, slingerend boven je hoofd.

Kronkelkreken

Die wind mag ons dan een beetje plagen: twee taaie oudere jongeren houdt hij niet tegen.

Boer Jan haalt juist zijn koeien binnen als we op zijn minicamping de Biesboschhoeve aankomen. De zwartwit geklede dames sjokken loom de stal in voor hun melkbeurt.  

‘Kies maar een mooi kampeerplekje uit,’ zegt Jan, ‘als je iets nodig hebt hoor ik het wel.’  

Mooie plekken zat hier op de Vischplaat, het eiland waarop de hoeve ligt. Eiland, zei je? Ja, je kunt hier alleen komen per kano of boot. Mag je ook nog een vuurtje stoken bij je tent en word je ’s ochtends wakker van het geloei van de koeien terwijl even verderop mensen hun neus leegpeuteren in de dagelijkse file.

Kamperen op een eiland

Nee, want het weer is ondertussen prachtig en elk gat en iedere kreek is bijna even mooi. Dolend in dat waterdoolhof van riet begrijpen we waarom de Biesbosch in de Tweede Wereldoorlog een goede smokkel- en verstopplek was voor verzetsmensen en onderduikers. Als je hier de weg niet heel goed kent verdwaal je geheid.

In die tijd stond het gebied ook nog in open verbinding met de zee, waardoor er een flink getijverschil bestond. Dat is sinds de aanleg van de Haringvlietsluizen in 1970 passé; tegenwoordig is de Biesbosch een zoetwatergebied met een beperkt getijverschil van zo’n 30 centimeter. 

 

In de kano merk je daar maar weinig van.

Files hebben wij niet op het water. Maar de verkeerde afslag nemen we geregeld. Routebordjes zijn in de Biesbosch dun gezaaid, dus varen we soms verkeerd en geven dan de waterkaart de schuld.  

 

Of het erg is, af en toe omvaren?

Waterdoolhof

Kano op z’n kant tegen de wind, koken op de spiritusbrander, olielamp aan, ouwehoeren 

Over onderduikers gesproken: de fuut lijkt de meest voorkomende vogelsoort op onze route. Elke keer weer grappig om die nieuwsgierige duikelaars te zien onderplonzen als we te dichtbij komen.  

 

Er fladdert hier ook genoeg ander gevederds in het weelderige groen. We zien of horen reigers, lepelaars, meerkoeten, visdieven, meeuwen, groenlingen, putters, kraaien, zwanen, eenden, ganzen, rietgorzen, Cetti’s zangers. En zelfs de machtige visarend komt luchtzeilend kijken wie daar zijn territorium binnendringt.

Luchtzeilen

Fikkie stoken mag niet, maar we zitten eerste rang voor een zonsondergang als een gloeiend haardvuur. Kano op z’n kant tegen de wind, koken op de spiritusbrander, olielamp aan, ouwehoeren. Je zou het iedereen gunnen.

En is het mijn verbeelding of probeert de koekoek ons al de hele dag de goede weg te wijzen?  

 

We horen hem steeds roepen vanuit noordelijke richting, de kant die wij op moeten om bij minicamping De Witboom in polder De Noordwaard te komen. Na een tocht van zo’n 15 kilometer leggen we aan op het strandje van de camping – dank je (de) koekoek!  

 

Ook hier gaat het er gemoedelijk aan toe: beheerder Sjaak klimt van zijn tractor, schudt ons de hand en wijst in de richting van het water. 

 

‘Zet je tentje daar maar ergens op.’

Koekoek

Dat is verleden tijd, net als de grootschalige rietoogst die hier vroeger plaatsvond. Wat blijft is een magistraal recreatiegebied, uniek in Nederland.  

 

De oude kano gidst ons op het gemak verder door het nationale park, alsof hij nog lang niet naar huis wil. Over de Bevert, het Ruigt, het Nauw van Paulus en het Middelste Gat van het Zand glijdt hij, tot aan de steiger waar we drie dagen geleden ons avontuur begonnen. 

 

Cirkeltje rond, we voelen ons helemaal yin en yang in Vissershang.

De derde dag moeten we op de kaart diagonaal van het noordwesten naar het zuidoosten, terug naar onze startplaats bij Vissershang.  

 

In de polder Oude Dooijemanswaard vallen de vele wilgenbomen aan de oever ons op. Overblijfselen van wat ooit grienden waren; door mensen aangelegde wilgenbossen waarvan het hout verkocht werd. Om hoepels voor tonnen van te maken bijvoorbeeld, gevlochten manden of vlechtwerk voor beschoeiingen.

Totaal diagonaal

Fotografie: Maarten Stolp

Door Bert Gorissen
Content creator ANWB Kamperen & Kampioen

Als content creator schrijft Bert Gorissen over allerlei onderwerpen op het gebied van vakantie en recreatie. Zelf recreëert hij het liefst in een kano, omdat je wat hem betreft nergens beter ontspant dan op het water: 

‘Zodra ik de eerste peddelslagen maak daalt de rust over me neer. Varen in een kano voelt als zweven, het is net alsof je weer gewiegd wordt. Heerlijk. De drukte en het lawaai van boven het maaiveld maken plaats voor ruisend riet en zingende vogels. Een vis komt even kijken, een zwaan zwemt een stukkie mee. En op een mooi zonnig plekje neem je alle tijd voor koffie uit de thermosfles.’

  • Voor deze driedaagse kanotocht van zo’n 45 kilometer gebruiken wij het boek ‘Kanoparadijs Nederland’ (meerdaagse kanotocht nr. 52). Het geeft een routebeschrijving en gps-coördinaten.

  • Wij beginnen en eindigen (met eigen kano) bij de openbare kanosteiger tegenover de parkeerplaats van jachthaven Vissershang. (Onbewaakt) parkeren is gratis. Een kano of kajak kun je huren bij Docks Vissershang.

  • De hele tocht is zelfvoorzienend: er is onderweg nergens iets te koop, je kunt (behalve op de campings) geen water tappen. Neem dus voldoende eten (voor drie dagen) en drinken mee.

  • De tocht is te doen voor iedereen met een goede basisconditie. Rustpunten zijn er weinig op de route; bereid je voor op flink wat uren in de kano, zonder dat je even de benen kunt strekken. De wind kan je soms parten spelen, vooral op de brede gaten. Spannend wordt het niet, het duurt alleen langer om bij je einddoel voor de dag te komen.

  • Wij varen hier op drie doordeweekse dagen, medio juni. Het water is zo goed als verlaten. Maar in de weekends en vakanties kan het op de brede stukken erg druk zijn met boten en bootjes. De beleving is dan echt anders. 

Dat wil jij ook!

Avontuurlijk type?

Wildkamperen in Nederland

Ga ook mee

Wildkamperen & kanoën in Zweden

Kampioen digitaal

ANWB Kampioen helpt jou en Nederland sinds 1885 zorgeloos en met plezier op weg. Geniet van de mooiste reizen, beste verhalen en handigste tips. Waar en wanneer jij dat wilt. En profiteer van unieke leden-aanbiedingen en scherpe seizoensdeals.
Volledig scherm